Redigeer je eigen tekst, deel 1

Heb je echt een redacteur nodig of kun je ook zelf je tekst verbeteren? Natuurlijk zien twee meer dan één, maar een belangrijk deel van het redigeren kun je prima zelf doen. Neem er wel even de tijd voor. Met deze handleiding redigeer jij je eigen teksten!

Desondanks kijkt iedereen over foutjes in haar eigen tekst heen. Marijn Vodegel heeft daarom dit artikel voor mij nagekeken. (En ik heb het daarna nog aangepast, waar ik alle verantwoordelijkheid voor neem.)

Leestijd 6 minuten

Kan iedereen schrijven?

Om te beginnen een geruststelling. De helft van mijn klanten die ik redigeer vindt dat ze best goed kunnen schrijven en de andere helft vindt dat ze eigenlijk helemaal niet kunnen schrijven. Beide helften schrijven ongeveer even goed. De grote overeenkomst is dat ze allemaal sneller denken dan ze schrijven.

Bij die tweede groep zit bijvoorbeeld voormalig laaggeletterde Koos Vervoort, die een boek heeft geschreven dat is uitgegeven bij B4Books en goed verkoopt. Koos kan dus heel goed schrijven – als beelddenker schrijft hij bijvoorbeeld heel beeldend. Hij blogt nog steeds en sindskort redigeert hij ook zichzelf onder mijn begeleiding.

redigeer jezelf 
foto Suzanne Liem

Overigens kan dus níét iedereen schrijven. Waarschijnlijk is het je nooit opgevallen, omdat ze briljant zijn in het verbergen ervan, maar in Nederland zijn er 2,5 miljoen laaggeletterden: mensen die net hun eigen naam kunnen schrijven en het alfabet kennen, maar niet veel meer. En daarvan is twee derde autochtoon, dus hier geboren en getogen. Maar dit terzijde.

Maak een plan

Om je eigen tekst te kunnen redigeren, moet je die natuurlijk eerst schrijven. Gaat het om een blogartikel, dan raad ik je aan om daarvoor nog een jaarplan te maken. Je schrijft namelijk niet ter verstrooiing van je lezer of om je ei kwijt te zijn, maar omdat je er een zakelijk doel mee hebt.

Bepaal je onderwerp

Kies een onderwerp uit je jaarplan. Benoem je boodschap in één zin, bij voorkeur in de vorm van een vraag. Je kunt maar één onderwerp tegelijk behandelen in een blogartikel. Zet dit in grote letters boven je artikel. Zijtakken knip je onmiddellijk af en ent ze in een volgend artikel.

Bepaal vervolgens hoe je wilt dat de lezers zich na afloop voelen en wat ze vervolgens gaan doen. Noteer dit ook, bijvoorbeeld met een emoji.

Schrijf je blogartikel

Vervolgens schrijf je je artikel in Word. Vind je het lastig om te beginnen? Schrijf het dan bijvoorbeeld eerst op papier.   

Te lang of te kort? Redigeer op lengte

De ideale lengte van je blogtekst is afhankelijk van je doelgroep. Ik wissel de lengte van mijn artikelen af en plaats de leestijd bovenaan en in de mailing. Maar het absolute minimum van een blogartikel is 400 woorden. Heb je te weinig tekst? Ga dan niet je zinnen verlengen zoals vroeger bij een opstel, maar voeg voorbeelden toe. Het liefst uit je eigen praktijk.

Check your facts – redigeer op feiten

Beweer je iets waar een kritische lezer aan zou kunnen twijfelen? Gebruik je cijfers? Zoek het op en plaats een link naar de onderbouwing. (Overigens schrijf je getallen tot en met twintig en ronde getallen voluit in een lopende tekst, tenzij je heel informeel schrijft.)

Marineren – redigeer op afstand

Laat het artikel vervolgens minstens een nacht marineren. Een langere tekst moet langer marineren. Print het daarna uit, idealiter in een ander lettertype dan je huisstijl, bijvoorbeeld de Times New Roman. Is dat je huisstijlletter? Kies dan onmiddellijk een andere huisstijlletter.

Een ander lettertype zorgt dat je de tekst met een frisse blik leest. Echt, het werkt. Een zelfgeschreven tekst ken je vaak te goed, zodat je gemakkelijk over bijvoorbeeld incomplete zinnen heen leest.

Kruid het mild – redigeer leesbaar

Vermijd zo mogelijk alle vaktermen en mooischrijverij. Als het echt niet anders kan, kun je vaktermen gebruiken, maar leg die dan duidelijk en eenduidig uit, of verwijs naar een website waar dat goed en neutraal staat uitgelegd. Heb je eenmaal een vakterm geïntroduceerd, gebruik dan consequent dat woord en zoek geen synoniem. Dit houdt het overzichtelijk voor je doelgroep, die immers geen vakgenoten zijn. Anders hoeven ze jou niet in te huren.

Schrijven is schrappen – redigeer op relevantie

Schrap elk woord en elke zin die niet bijdraagt aan je boodschap. Leg elke zin aan tegen het gevoel dat je je doelgroep wilt geven.

Check op je persoonlijke stopwoorden en andere woorden die je herhaalt, met uitzondering van de eerder genoemde vaktermen. Varieer zoveel mogelijk en zoek eventueel een ander woord met https://synoniemen.net.

Begin – inhoud -eind

Het klinkt logisch, maar toch voldoen veel teksten er niet aan: elke tekst heeft een begin, een inhoud en een eind.

  • Check of de titel en de inleiding aanhaken op een urgent probleem van je doelgroep.
  • Check of er een concrete tip in staat waar je doelgroep direct mee aan de slag kan zonder er veel tijd, geld of moeite in te steken.
  • Check of je call to action aan het eind een logische afsluiting van je artikel is en plaats er een link bij naar de volgende stap die je wilt dat je doelgroep zet.

Redigeer op structuur

Plaats subkoppen. Wees niet te creatief en maak geen woordgrappen, ze moeten vooral informatief zijn. Iemand die geen tijd heeft moet het artikel op de koppen kunnen scannen en meteen kunnen bepalen welke alinea’s voor haar interessant zijn en welke ze kan overslaan.

Lees de tekst hardop of laat iemand anders de tekst hardop aan jou voorlezen. Luister naar de volledigheid van de zinnen – het is prima om spreektaal te gebruiken, maar de zinnen moeten wel kloppen. Dit is naar mijn ervaring de beste manier om de grammatica te controleren, maar dan moet je er wel een oor voor hebben.

Lees het nog een keer hardop en luister nu naar de melodie. Vaak kun je die verbeteren door lange en korte zinnen af te wisselen.

redigeer je eigen tekst

Redigeer specifiek

In veel teksten die ik onder ogen krijg staat wel ergens het woord ‘belangrijk’. Dan staat er dat bijvoorbeeld een bepaalde conditie of actie heel belangrijk is: “Het is belangrijk dat we inclusief schrijven.”

Wanneer de lezer niet weet waarom dat belangrijk is, zal die er eerder overheen lezen. De belangrijkheid van inclusief schrijven voor de lezer hangt dan af van het gezag van de afzender of de sancties die op niet-inclusief schrijven staan.

Wat negen van de tien keer mist, is waarom dat dan zo belangrijk is. De schrijver gaat er meestal vanuit dat de lezer dat wel begrijpt, maar assumption is de mother of all fuck-ups. Het is zelden vanzelfsprekend. Als ik zo’n zin tegenkom, moet ik vaak terug naar de opdrachtgever: “Waarom vind jij dat zo belangrijk?”

Dan kan het worden: “Omdat we alle inwoners van Hoog Vledder willen bereiken, moeten we inclusief schrijven.” Of: “Omdat Hoog Vledder zich wil profileren als regenbooggemeente moeten we inclusief schrijven.” Of: “Omdat mensen die we in onze teksten uitsluiten ook minder geneigd zijn om zich van onze regels iets aan te trekken moeten we inclusief schrijven.” Dáárom is het belangrijk.

Bij mij gaat er een alarmbel af als ik ‘belangrijk’ lees, maar je kunt het woord ook met de zoekfunctie van je tekstverwerker zoeken.

Redigeer op spelling

Print de tekst nogmaals uit, idealiter in nog een ander lettertype.

Het is onoverkomelijk dat er af en toe een verkeerd gespeld woord doorheen glipt. De spellingchecker ziet niet alles – er zijn bijvoorbeeld tikfouten die een correct woord vormen. Als je ‘word’ in plaats van ‘woord’ schrijft, haalt de spellingchecker dat er niet uit. De meeste fouten die de spellingchecker mist zijn werkwoorden. Controleer daarom alle d’s, t’s en dt’s woord voor woord. Wil je zeker zijn dat je niets mist? Lees de tekst dan achterstevoren en onderstreep elk werkwoord.

Corrigeer het in Word en zet nu pas de spellingchecker aan.

Redigeer op consequentie

Behalve correcte spelling is consequente spelling bepalend voor je geloofwaardigheid. Zeker als je met verschillende mensen aan je teksten werkt, is een stijlboek noodzakelijk. Niet alleen voor je vormgeving, maar ook voor alle tekstuele keuzes die je maakt. Dit artikel kun je als checklist gebruiken.

Jij en andere persoonsvormen

Kies in elk geval voor al je uitingen online en offline of jij je doelgroep met ‘u’ of met ‘jij’ aanspreekt. Ook als je verschillende doelgroepen aanspreekt.

Ook de toon van al je teksten moet consequent zijn om te overtuigen. Wat mij enorm helpt is een foto van mijn favoriete klant (Daar ben je – ik wist dat je dit zou lezen!). Aan dezelfde persoon richt je je gemakkelijk met dezelfde toon. Bij een informele toon of spreektaal past bijvoorbeeld de spelling van ‘jij kan’, ‘jij zal’ en ‘jij wil’. Iets formeler is ‘jij kunt’, ‘jij zult’ en ‘jij wilt’. Vergelijkbaar is ‘ik hou/houd’, ‘makkelijk/gemakkelijk’ en ‘keus/keuze’.

Kies eenmalig voor één van beide en houd je daaraan voor al je teksten. Dit geldt ook voor alle woorden die je verschillend kunt spellen.

Plaats je tekst online

Kopieer de tekst naar je website.

Check als laatste de zoekmachineoptimalisatie, bijvoorbeeld met Yoast als je website in WordPress staat.

Meer tips? Ga naar Redigeer je eigen tekst, deel 2

Vind je dit allemaal teveel werk? Dan doe ik het graag voor je.