Beeld bij je blog: moet dat?

Je blog gaat misschien niet over een onderwerp dat nou bepaald om een beeld vraagt. Je hebt geen foto’s, tekeningen, infographics of zelfs maar grafieken die je verhaal verduidelijken. Je bent, zoals ik, meer van de tekst of je hebt niets met beeld omdat je niets ziet, zoals Ellen Koudijs-Siebel, die blogt over haar ervaring als werkende blinde moeder. Ellen vroeg mij op LinkedIn: “Moet je altijd beeldmateriaal gebruiken bij je blog?”

Leestijd: 6 minuten

Brailleblog

Ellens Brailleblog vind ik lekkerder lezen met een plaatje dan zonder, want zonder beeld lijkt het kaal. Daar komt bij dat ik me bij haar artikelen vaak afvraag hoe het eruit zou zien, gewoon omdat ik me als (ziende) lezer een beeld wil vormen. Ik vind daarom het leuk dat ze sinds eind vorig jaar een foto toevoegt. Vaak voegt het wat toe aan het artikel, want gek genoeg gaat blind zijn kennelijk vaak over wat je niet ziet.  

Doelgroep

Bij veel vragen van volgers is mijn eerste antwoord: vraag het je doelgroep. Ellens blog is juist voor mij als ziende interessant, maar zelfs als je alleen voor blinden en slechtzienden schrijft zijn plaatjes nuttig, want het verhoogt je vindbaarheid.

Betere vindbaarheid met beeld

Google vindt beeld heel fijn en daardoor scoort een blogartikel met beeldmateriaal hoger in de zoekresultaten. Ook alle social media tonen een bericht met beeld eerder dan een bericht zonder. Dat komt dan weer omdat algoritmen gebaseerd zijn op wat mensen online doen.

Het gaat dan wel om beeld dat expliciet op de pagina staat. Dus niet de banner in de kop of een standaard-achtergrondbeeld. Want paradoxaal genoeg kunnen algoritmen nog niet echt plaatjes zien en moeten ze het doen met alleen op de codetekst achter je webpagina. 

Mensen vinden beeld ook fijn

Metingen tonen  dat de meeste mensen een beeld prettig vinden: het verluchtigt de tekst en het geeft het idee dat de tekst gemakkelijker leesbaar is, net als een plaatjesboek toegankelijker en rijker overkomt dan een boek zonder plaatjes. Zo is A Short History of Nearly Everything van Bill Bryson (over de geschiedenis van wetenschap, best serieus dus) in de geïllustreerde versie ongeveer twee keer zo duur als de versie met alleen tekst.

Ook subkoppen, witregels en witruimte geven een prettigere en luxere uitstraling.

Serieuze content

Ja, ook in serieuze kranten en tijdschriften op papier staan steeds meer beelden, en online al helemaal. Online zijn mensen namelijk nog luier, hun aandacht is nog vluchtiger en wegklikken is veel gemakkelijker dan een tijdschrift dichtslaan, opstaan en de krant van tafel pakken. Professionele websites van de meest serieuze, of zo je wilt saaie, onderwerpen staan dan ook vol met beeld tussen de tekst. Als mensen echt zware kost willen, pakken ze wel een boek of zoeken ze een wetenschappelijke paper – daar heb ik nog geen verluchtigende beelden op gezien, alleen grafieken of zuiver informatieve beelden.

Hoe serieus is een blog?

Op social media (inclusief blogs) zit je vooral voor de verstrooiing en toegankelijke tips. Een blog is zelden verplichte vakliteratuur of verplicht werk. Je moet het dus aantrekkelijk maken, je wilt je doelgroep uitnodigen er een beetje tijd en moeite in te steken. Dat geldt in elk geval voor mijn artikelen – het is beslist mijn bedoeling dat je er wat aan hebt, maar wil je echt aan de slag met je blog, dan neem je contact op en help ik je één op één.

Bij mijn blogartikelen staan dus altijd plaatjes, vrijwel altijd zonder dat ze inhoudelijk iets toevoegen, heel zelden een verklarend grafiekje en bijna nooit infographics (je mag ze dus overslaan, Ellen).

Het korte antwoord is dus ja. Altijd een beeld toevoegen aan je blog. Maar wat dan en hoe dan?

Opmaak

Het is niet mijn vak, maar het was wel onderdeel van mijn opleiding (industrieel ontwerpen): de opmaak van je artikel. Een rustig beeld met groot beeld, veel wit en één, hooguit twee verschillende lettertypen en een beperkt aantal kleuren is aantrekkelijk om te lezen. Beeldmateriaal is meer dan alleen een fotootje.

Heb je een professionele website, schakel dan ten minste bij de bouw eenmaal een professionele vormgever in. Voor vormgevers is onderstaande gesneden koek en echt goede vormgevers zoals als Linda Rooij of Paul Roos kunnen van deze regels afwijken zonder dat het een zooitje wordt. Want ‘Learn the rules like a pro, so you can break them like an artist,’ zou Pablo Picasso gezegd hebben.

Heb je nog nooit een vormgever ingeschakeld? Dan zijn onderstaande vuistregels handig. En wellicht een aanleiding om er toch eens één te overwegen.

Wit

Niet elke achtergrond is wit, maar met ‘wit’ bedoelt een vormgever de achtergrond. Dat is bij voorkeur een effen vlak. Een foto als achtergrond is heel onrustig én vaak zullen delen tekst te weinig contrast hebben om goed te kunnen lezen.

Gebruik links en rechts een ruime kantlijn en onderbreek lappen tekst met een logische alinea-indeling en subkoppen. Voor geroutineerde lezers kunnen subkoppen helpen het artikel te scannen, zodat ze snel weten waar het over gaat en bijvoorbeeld alleen die ene alinea hoeven te lezen die hen interesseert. Die subkoppen waardeert Google overigens ook en ze verbeteren dus je vindbaarheid.

Door een flinke kantlijn te kiezen, maak je de regels korter. Een al te lange regel is lastig lezen zonder je vinger erbij te houden – en uitgerekend op een scherm wil je dat niet; op een touch screen zet je dan van alles in werking en op een monitor van een computer is dat geen prettige houding. Je lezer raakt de draad kwijt en haakt af. Online dus nog sneller dan op papier.

Websites zijn de laatste tijd responsive, dat wil zeggen dat de vorm zich aanpast aan de afmetingen van je scherm – telefoon, tablet of computer. De witruimte om je tekst en beeld zit dus diep in het ontwerp van je website. Hier hebben experts over nagedacht. Ga daar niet aan prutsen als je zelf geen professionele webbouwer bent. Echt niet doen.

Kleur

Gebruik een goed contrast tussen letter en achtergrond en houd daarbij liefst ook rekening met kleurenblinden en slechtzienden – als je per se een ongebruikelijke kleurencombinatie wilt gebruiken, zoek dat dan even uit of laat je adviseren door een expert als Joost Babbage.

Beperk je tot maximaal twee hoofdkleuren naast zwart en wit, anders wordt het gauw te bont. Zelfs als je een website over Lego zou maken (Lego gebruikt de primaire kleuren rood, blauw, groen en geel) is het belangrijk dat alle kleuren dezelfde intensiteit hebben en dat je geen andere kleuren eraan toevoegt. Dat geldt zeker ook voor je logo.

Één uitzondering: knoppen waarvan je wilt dat ze je websitebezoeker verleiden om op te klikken. Geef die een contrasterende kleur, want dat schijnt te werken. Mijn knop onderaan elk blogartikel is oranje. Geef je knop een functionele naam, want dat kan iemand lezen die gebruikt maakt van een voorleesfunctie of brailleregel. Een knop die ‘knop’ heet zal zo iemand niet gauw aanklikken.

Foto’s

Gebruik je foto’s, vraag dan de fotograaf om de kleuren aan te passen aan de kleuren op je website. Dat kan een professionele fotograaf heel subtiel. Omdat mijn foto’s uit een event van 2017 stammen, gebruik ik die steeds minder. De overheersende kleur is daar blauw en de foto’s uit andere series steken zichtbaar af, zie je op de Kennisbank, mijn overzicht van blogartikelen. De laatste tijd gebruik ik steeds vaker grafische afbeeldingen in kleur van mijn logo in verschillende tonen.

Lettertype

Gebruik online een schreefloze letter – een schreef is het dwarsstreepje dat bijvoorbeeld bij de hoofdletter I boven en beneden staat. Op papier maken die de tekst vaak lekker leesbaar maar online juist niet. Voor laaggeletterden en dyslectici zijn er speciale letters ontworpen. Zelf vertrouw ik erop dat mijn doelgroep niet laaggeletterd is en dyslectici, blinden en slechtzienden specifieke apparatuur hebben die mijn tekst kan voorlezen of op een andere manier leesbaar kan maken.

Dit geldt in elk geval voor de zogenoemde broodtekst, de ‘gewone’ waar je je alinea’s mee vult. Voor koppen mag je een uitzondering maken – wat ik overigens ook doe. Koppen mogen eventueel ook in kapitalen (hoofdletters of caps lock) zijn geschreven. Een hele zin in kapitalen is niet alleen vervelend lezen, het schreeuwt je websitebezoeker ook toe.

Voor een minimale milieubelasting zijn veel social media tegenwoordig ook met een zwarte achtergrond in te stellen. Wit op zwart is iets minder comfortabel lezen dan zwart op wit, maar het scheelt energie.

Beweging van beeld

Zelf kan ik bijna geen tekst lezen als ergens op de pagina iets beweegt. Beweging leidt af en trekt aandacht. Vlak langs de snelweg is het bijvoorbeeld verboden om bewegende reclameborden te plaatsen, dat leidt teveel af van de verkeerssituatie. Beweging kan dus werken om aandacht te trekken, maar weet dat het ook afleidt van al het andere wat er op die pagina staat en dat het enigszins agressief kan overkomen.

Wanneer je een video plaatst, kun je instellen dat die pas gaat lopen als de bezoeker erop klikt.

Goed beeld

Meer over beeld schreef ik op Goed beeld bij je blog. Ten slotte: op elk beeld rust, net als op elke tekst, het auteursrecht en het portretrecht. Plaats dus alleen beelden met expliciete toestemming van de maker en de afgebeelde mensen.

Nogmaals, professionele vormgevers kunnen met deze aspecten spelen, bovendien is het voor hen geen nieuws. Ik ben geen professionele vormgever, maar wel een professionele schrijver en blogger. Dus wil je het met mij een keer over je blog hebben?